dinsdag 5 maart 2013

Dialect

Meestal praat ik Nederlands. Vaak menen mensen te kunnen horen waar ik vandaan kom, maar als ze gokken, gokken ze maar zelden de goede streek: de Betuwe. Meer nauwkeurig: de Overbetuwe.

Ik ben als dialectspreker opgegroeid. Nederlands was een taal die ik niet veel hoorde. In mijn omgeving spraken mensen de standaardtaal niet, tv hadden we niet en de radio werd, toen ik klein was, alleen aangezet voor de nieuwsberichten. Wel las ik veel en al die boeken waren natuurlijk in het Nederlands. Het praten van het Nederlands was echter behoorlijk onwennig.

Mijn klasgenoten spraken, voor zover ik mij dat herinner ook allemaal Betuws. In de klas moest Nederlands gesproken worden en dat was best lastig. Ik herinner mij nog de jongen die -we zaten in de eerste klas- tegen de juf zei: 'Ik heeft het in mijn fietstas laten zitten'. En ik was zelf aan het worstelen (in de derde klas of zo) tijdens een opstel. Ik zocht het woord 'struik', maar kon het niet vinden. In het dialect was het 'pol'. Wij hadden bessenpollen en bramenpollen. Ik wist dat dat niet het schoolwoord was, maar kwam niet op 'struik'. Ik liet toen maar 'pol' staan, wel wetend dat daar een streep doorheen zou komen.

Het dialect beheers ik nog, al zal het wel een beetje afgesleten zijn: ik spreek het nog alleen met mijn familie. Bij andere dialectsprekers is er verwarring: blijf ik Nederlands spreken of stap ik over op dialect? Ook een gemengd gezelschap is lastig. Als ik met mijn kinderen bij mijn moeder op bezoek ben, praat ik met mijn moeder Betuws, met mijn kinderen Nederlands. Maar wat doe je in een gesprek waar alle partijen aan deelnemen?

Ook het volgende is voorgekomen. Ik heb getelefoneerd met mijn moeder. Ik beëindig het gesprek en wil aan de kinderen vertellen wat oma 'had'. Ongemerkt vertel ik het in dialect.

Dat dialect suddert nog steeds in mij. Soms schrijf ik uitdrukkingen op die mij ineens weer te binnen schieten. Ik zie mijn moeder rondgaan met de koektrommel. Ze is nog niet bij de laatste, maar die roept al: 'Ik ook!'  Mijn moeder: 'Nie in mijn kraam schijten vur ik uitverkocht bin.'

Toen ik zestien was, kwam ik op een internaat terecht. Mijn kamergenoot kwam van Goeree-Overflakkee. Wij spraken Nederlands met elkaar en merkten daarin de glimpen van het dialect op. Zo gebruikte ik het bijvoeglijk naamwoord 'beestig': 'beestig lekker'. Ik had er geen idee van dat dat opmerkelijk was.

Sommige dialectwoorden kennen mijn kinderen ook. Ze weten wat een 'djern' (meisje) is. Na de maaltijd praten ze soms een (al overleden) oom van mij na: 'Hè, hè, ik heb hem weer goed strak getrokken'. Maar als ze 'ruren' (roeren) zeggen, kan een insider horen dat ze geen autochtone Betuwnaren zijn. En ze weten niet wat ik bedoel als ik snel zeg: 'bettieakkemaai?' (Bijt hij als ik hem aai).

Van de generatie van mijn kinderen zullen er al minder zijn die met een dialect opgegroeid zijn dan van mijn generatie. Kinderen van ouders die beiden dialect spreken, komen al veel vroeger en veel vaker met de standaardtaal in aanraking.

Hoe lang zal het duren voordat de dialecten verdwenen zijn? Aan het begin van de twintigste eeuw waren er in Amsterdam nog dertig dialecten te onderscheiden, heb ik mij wel eens laten vertellen. Ik denk dat we nu niet meer kunnen horen in welk deel van Amsterdam iemand is opgegroeid.

Zal over honderd jaar iemand wel eens zeggen: 'Een boer en een zoeg hebben nooit genoeg'? Gaat er dan nog wel eens een jongen achter de 'vrullie' (vrouwlui) aan of achter een 'frommes' (vrouwmens, meisje)? Weten ze dan nog dat een 'keuje' niets met biljarten te maken heeft, maar dat het een beest is dat geslacht kan worden? Zal er nog een kind 'flutsen' (duimen)? Ik wittet nie, mar ik zou het noar jammer vijnden as niemand mir het Bètuws kon verstoan.


2 opmerkingen:

  1. Die 30 dialecten in Amsterdam lijken mij overdreven. In zijn Dialecticon uit 1874 onderscheidde Johan Winkler 19 dialecten, maar hij zei erbij dat meerdere dan van eigenlijk al niet echt meer werden gebruikt. Aan de andere kant kun je nu nog steeds / weer horen uit welke wijk iemand komt, omdat de straattaal in sommige wijken meer door het Berber is beïnvloed en in andere meer door het Sranan Tongo.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor je correctie en aanvulling, Marc. Die 30 waren in mijn geheugen blijven hangen, maar ik kon er geen bron bij vinden. Ik vermoed dat tijdens mijn opleiding een docent het verteld heeft en die heb ik op zijn woord geloofd.

    BeantwoordenVerwijderen