donderdag 2 mei 2013

China. Deel 3: De tijd van het geld




Tekenaar Li Kunwu en scenarioschrijver P. Ôtié hebben hun China-trilogie afgerond met het deel De tijd van het geld. Eerder verschenen De tijd van de vader en De tijd van de partij. Dit derde deel behandelt de tijd vanaf 1980. Het belangrijkste personage is ook nu weer Lao Li, die veel wegheeft van Li Kunwu. 

In deze periode krijgt het kapitalisme vat op China. Ook is het de tijd van de studentenprotesten op het Tienanmenplein. Op 6 juni 1989 werd daar een einde aan gemaakt. Deze actie wordt '6-4' genoemd, maar eigenlijk staat die benaming voor de hele roerige periode in het voorjaar van 1989. 

Als kroniekschrijver kon Li Kunwu natuurlijk niet om 6-4 heen, al was hij er niet persoonlijk bij betrokken. Voor het buitenland waren de protesten bijzonder belangrijk, maar veel Chinezen, waren er niet zo mee bezig, zo blijkt. Li Kunwu tekent dan ook niet de beelden van de protesten. Hij schrijft daarover: 
Verder ben ik ervan overtuigd dat China bovenal behoefte heeft aan rust en stabiliteit om zich te kunnen ontwikkelen. De rest is daaraan ondergeschikt, dat is mijn opvatting.
Li Kunwu snapt dat zijn opvatting choquerend kan zijn. Hij voegt eraan toe:
Sommigen zouden me kunnen tegenwerpen dat mensenrechten voor ontwikkeling en vooruitgang gaan. Dit debat zou ik graag overlaten aan de volgende generaties, aan diegenen die niet de onbeschrijflijke martelingen hebben doorstaan waar wij veel te lang onder hebben moeten lijden. 
Het zal wel komen doordat ik een westerling ben, maar ik kan mij toch niet onttrekken aan de vraag of hier geen sprake is van zelfcensuur. 

In China zijn in de laatste dertig jaar veel mensen hard aan het werk om het beter te krijgen. Ze proberen hun kinderen op de beste scholen te krijgen, zetten handeltjes op waarmee ze rijk denken te worden en soms lukt dat ook daadwerkelijk. Het feit dat de Olympische Spelen in 2008 aan China werden toegewezen heeft het land mede vaart gegeven. 

Dat soort dingen vinden we allemaal wel terug bij Li Kunwu. Hij schrijft en tekent ook wel over de corruptie in China. Maar over de mensenrechten zwijgt hij. Vindt hij die niet belangrijk? Zwijgt hij erover omdat hij zijn boek nu eenmaal ook in China moet kunnen verkopen? Of is de gemiddelde Chinees helemaal niet mensenrechten bezig? Ook niet een kunstenaar als Li Kunwu? Dat kan ik toch bijna niet geloven. 

Wat Li Kunwu wel vertelt, is altijd nog heel veel. Zijn boek geeft een mooi inkijkje in de Chinese leefwereld. Opvallend zijn de vele opschriften die het volk moeten opvoeden of die een of andere wijsheid propageren. Van oproepen om zuinig te zijn met water tot 'De stad maakt het leven mooier en beter'.

Li Kunwu tekent met inkt, meestal onverdund, zodat hij maar weinig gebruik maakt van grijzen. Hij heeft een realistische stijl. Bladzijden met veel tekst wisselt hij af met pagina's waarop nagenoeg geen tekst terug te vinden is. 

De lezer wordt vooral geboeid door de personages. Zij zijn het die ons de geschiedenis van China in trekken, wij willen hen volgen en willen daarom doorlezen in het boek. Ook als je maar half geïnteresseerd bent, grijpt Li Kunwu je bij de lurven sleept je mee. Maar ik blijf zitten met de vragen over wat er allemaal niet in het boek staat. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten