vrijdag 14 februari 2014

Een makelaar in Pruisen (Nicole Montagne)


Het is lang geleden dat ik 'zomaar' een essaybundel las. Natuurlijk, een boek met mooie stukken over poëzie lees ik wel, vanwege het onderwerp, maar een boek met allerlei stukken en stukjes over allerlei onderwerpen die me niet op voorhand al interesseren? Dat is lang geleden. Jaren tachtig, schat ik, toen ik bundels las als Houten leeuwen en leeuwen van goud en Ik draag geen helm met vederbos van Willem Frederik Hermans en De som van misverstanden van Maarten 't Hart. Al die boeken zijn uit de jaren zeventig, maar ik las ze pas in de jaren tachtig. Later heb ik ook nog wel bundels van Rudy Kousbroek gelezen.

En nu heb ik dan Een makelaar in Pruisen van Nicole Montagne gelezen. Het lag op een ochtend zomaar op mijn deurmat. Beetje bij beetje heb ik het tot mij genomen, er een paar weken over doend. Het is mij goed bevallen.

Montagne bevalt mij het best in haar reisverhalen. Die spelen zich af in landen als de DDR (of de voormalige DDR) en Tsjecho-Slowakije (of Tsjechië). Je reist op papier en in je hoofd met haar mee. Je kijkt mee en dat is prettig, want ze registreert scherp en dat formuleert ze prettig.

Ze beschrijft in 'De meesterdrukker van Galerie Hollar' hoe ze kennismaakt met Tomáš Svoboda en hoe ze bij hem aan het werk gaat. Dat had ik helemaal willen lezen, tot het eind toe, maar jammer genoeg raffelt Montagne het verhaal af, alsof ze de interesse in het onderwerp alweer verloren heeft.

Dat gebeurt bij meer stukken. Montagne lijkt zich om de compositie van een essay of verhaal minder te bekommeren dan om de alinea's en de zinnen. Die zijn dan ook in orde; tijdens het lezen heb ik me altijd wel vermaakt.

Meestal is Montagne wat peinzend: ze ziet iets en denkt erover na hoe het nu zit. Ze stelt zichzelf en de lezer vragen en probeert daar antwoorden op te vinden. Slechts een enkele keer is ze polemisch, zoals in haar pittige essay 'Zwagerman over Leibovitz', waarin ze reageert op een essay van Joost Zwagerman waarin hij aan de hand van wat Susan Sontag heeft geschreven de foto's van Annie Leibovitz bekijkt.

De voornaamste bezwaren van Montagne zijn dat Zwagerman slordig denkt en dat hij de foto's van Leibovitz niet serieus neemt. Ik weet niet zeker meer of ik het stuk van Zwagerman gelezen heb, maar als het klopt wat Montagne schrijft (en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen) dan heeft ze zeker een punt. 'Zwagerman over Leibovitz' is overtuigend en het zal een van de stukken zijn die mij bij zal blijven. Van mij mag Montagne vaker polemisch worden.

Ook zal ik nog wel eens terugdenken aan hoe Montagne nadenkt over de betrouwbaarheid van beelden. Kan een foto de werkelijkheid weergeven? Waarom vinden we dat we beter op de ene foto staan dan op de andere? Welke werkelijkheden schuiven er over elkaar als je kijkt naar een tv-uitzending waarin portretten geschilderd worden van een persoon die over zijn leven wordt geïnterviewd? Het zijn mooie verkenningen. Je loopt graag mee op de paden die Montagne bewandelt.

Zou ik Een makelaar in Pruisen gekocht hebben als ik het in de winkel had zien liggen? Waarschijnlijk niet. Ik zou gekeken hebben naar de auteur. Een essaybundel van Jeroen Brouwers koop ik, omdat Brouwers de schrijver is. Of ik zou gekeken hebben naar het onderwerp. Als dat me bij voorbaat interesseert, wil ik er wel meer over lezen. Maar wie koopt een bundel verhalen en essays over verschillende onderwerpen van een auteur van wie hij niet bij voorbaat alles wil lezen?

Op een uitgever die een dergelijk boek aan de man moet brengen hoef je niet jaloers te zijn. Daarom moet deze uitgever geprezen worden, die dit boek waarschijnlijk niet uitgegeven heeft omdat hij hoopte ermee binnen te kunnen lopen, maar gewoon omdat hij het een goed boek vond. Het fonds van zo'n uitgever moeten we in de gaten houden, net als het werk van Nicole Montagne.

Een makelaar in Pruisen
Nicole Montagne, uitg. Vantilt, Nijmegen 2014.
192 blz. € 19,95 (geïllustreerd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten