vrijdag 7 maart 2014

Zo was het (Ina van der Beugel)


Nog niet zo lang geleden schreef ik een stukje over een boekje van Jacquelientje Plof, die eigenlijk Ina van der Beugel heette. Aan het eind schreef ik dat ik een boekje van Van der Beugel zeker zou kopen als ik het tegenkwam en dat ik het ook ging lezen.

Sinds internet is het niet zo moeilijk meer om een boek ergens tegen te komen. Intussen heb ik het boekje Zo was het in mijn bezit en natuurlijk heb ik het gelezen. De volledige titel is: Zo was het. Herinneringen uit de tijd van pijpekrullen, griffeldoos en kolenkit. Toen het boekje verscheen (1993), liep Van der Beugel tegen de tachtig.

Van der Beugel werd geboren in 1915 en ze schrijft over de jaren twintig. In die tijd zag ze er zo uit. In veel stukjes signaleert ze wat er allemaal veranderd is. In Van der Beugels jeugd hielden dames bijvoorbeeld hun hoed op als ze op ziekenbezoek kwamen en je kreeg maar één keer in de week schoon goed.

Dat laatste is volgens mij nog lang gebleven. Van der Beugel legt een verband tussen het je dagelijks verschonen en de introductie van de wasmachine. Daar kon wel eens wat in zitten. Ook legt ze verband tussen het niet meer dragen van een hoed (door dames) en het besturen van een auto. Toen de dames gingen chaufferen, verdween de gewoonte om hoeden te dragen.

De schrijfster groeide in luxe op. Zo had het ouderlijk huis al centrale verwarming. Elke avond kwam er een stoker langs om ervoor te zorgen dat alles warm bleef. Ook had het gezin een ijskast, waarvoor wekelijks een grote staaf ijs werd gebracht.

Verschillende keren noemt Van der Beugel zaken waar ik nog nooit van gehoord had. Bijvoorbeeld als ze het heeft over de ijsbaan:
Op die grote baan had je mannen die -in blauwe overalls gestoken en het hoofd bedekt met een genummerde pet - beschikbaar waren om, tegen vergoeding, mee te rijden. Mijn moeder werd daar geregeld mee gesignaleerd, maar als ze ons bespeurde, had ze de neiging een eind aan dat gehonoreerde samenzijn te maken en een van haar kinderen aan te roepen. 
 Van dames die tegen betaling met je dansen, had ik wel eens gehoord, maar niet van mannen die je inhuurt om met je te schaatsen. Weer wat geleerd. Niet altijd is Van der Beugel betrouwbaar. Zo schrijft ze dat 42 procent van de bevolking linkshandig is. Waar zou ze dat vandaan hebben? Als linkshandige weet ik dat het percentage in de buurt van de 10 zit.

Wie op hoge leeftijd jeugdherinneringen noteert, kan trappen in de val van het verheerlijken van vroeger. Dat doet Van der Beugel meestal niet. Wel kan ze foeteren, omdat mensen 'doei' zeggen of zeggen dat iets 'klopt'. Dat laatste verwonderde me. Nooit eerder las ik dat iemand dat ergerlijk vond.

Vroeger at iedereen tussen zes en zeven, volgens Van der Beugel. Op die tijd werd je dus niet gebeld. Nu de vaste etenstijd verdwenen is, weet je niet meer wanneer je iemand veilig kunt bellen en je kunt op de gekste tijden gebeld worden. In de beschrijving daarvan proefde ik wel een zekere weemoed.

Zo was het is maar een dun boekje, 72 bladzijden, twintig stukjes. Ze zijn vrij ingetogen van stijl en vooral aardig vanwege het kijkje dat we krijgen in een tijd die lang voorbij is. Ik heb ooit de herinneringen van Maurits Dekker gelezen, die bijna twintig jaar ouder was dan Ina van der Beugel. Ook Amsterdam bij gaslicht is een aardig boek. Dekker is volkser en beschrijft andere zaken dan Van der Beugel die duidelijk uit een gegoede familie komt. Van der Beugel beschrijft dus hoe de dansles ging, hoe het was op de tennisbaan en wat een privé-chauffeur de hele dag deed. Dat lees je niet bij Dekker. Maar aan beide boeken heb ik plezier beleefd.

Portret op de achterkant van Zo was het

Geen opmerkingen:

Een reactie posten