dinsdag 12 mei 2015

Bent u een modern mens?


Op Koningsdag kocht ik drie banden met ingebonden nummers van het blad Margriet, drie kwartalen van 1954. In nr. 15, 10 april 1954, blijkt een testje te staan, waarmee de lezeres (of de lezer) kon onderzoeken of zij (of hij) zichzelf een modern mens mocht noemen. Ik citeer het testje in zijn geheel:
Bent u een modern mens?
Voelt u zich gelukkig in de tijd waarin u leeft? Hoort u thuis in de tweede helft der twintigste eeuw? Dat kunt u nagaan aan de hand van onze test. Beantwoord onderstaande vragen zonder u zorgen te maken over de kwestie welk antwoord u moet geven om de titel "modern mens" te verwerven! Wees eerlijk en oprecht... en kijk na u getest te hebben naar de puntentelling en de conclusie, die u kunt vinden op bladzijde 65
1. Draait u de radio af, zodra de omroeper 'n jazz-uitzending aankondigt?
2. Zoudt u een vliegreis willen maken, die niet noodzakelijk is - dus louter en alleen voor uw plezier?
3. Hebt u belangstelling voor motoren en machines?
4. Vindt u het interessant om - persoonlijk of door middel van een film - een kijkje te nemen in een grote fabriek?
5. Bent u van mening dat uw huiskamer steeds gezelliger wordt, naarmate u meer gehaakte kleedjes op kastjes en tafeltjes legt?
6. Houdt u van de moderne bouwstijl?
7. Hebt u een afkeer van mensen, die zo af en toe een tikkeltje sentimenteel zijn?
8. Zoudt u liever vijftig - of desnoods honderd- jaar geleden geleefd hebben?
9. Draagt u graag 'n rode roos als corsage op uw japon of mantelpakje?
10. Vindt u het denkbeeld, over vijf-en-twintig, dertig jaar naar de maan te kunnen reizen, bespottelijk?
11. Zoudt u uw kinderen ook maar een beetje op weg kunnen helpen, als ze u naar de betekenis van het woord "atoom" vroegen?
12. Hebt u altijd haast - ook als er geen reden voor is?
13. Kunt u uw aandacht bij uw boek houden als de overige gezinsleden naar een muziek-uitzending over de radio luisteren?
14. Kunt u met plezier naar een reproductie van een onbegrijpelijk modern schilderij kijken?
15. Houdt u er kleding op na, die u slechts iedere Zondag en bij speciale gelegenheden aantrekt?
Hebt u alle vragen eerlijk beantwoord? Kijk dan eens naar de puntentelling.
Tot zover de tekst in Margriet. De puntentelling geef ik verderop in deze bijdrage. Laten we eerst even naar de vragen kijken.  Als iemand deze vragen beantwoordt in de hoop dat hij als modern mens uit de test komt, weet hij bij sommige vragen al wat hij moet antwoorden. Bij vraag 6 kun je al wel bedenken dat je in moet vullen dat je inderdaad van de moderne bouwstijl houdt.

Zo gaat het bij veel vragen. Bij vraag 9 twijfelde ik: was het dragen van een roos als corsage in 1954 iets wat ouderwets was of juist modern? Ouderwets, zo blijkt bij controle van de antwoorden. Net als de kleedjes uit vraag 5 en net als het hebben van zondagse kleding. In de jaren zeventig had ik in ieder geval nog wel zondagse kleding: naar de kerk ging je in pak.

Vraag 2 lijkt me te gaan over vakantie. Voor de lol met de auto een eindje rijden was waarschijnlijk al niet gebruikelijk; het bermtoerisme kwam pas op in de jaren zestig. Een vliegreis maken 'louter en alleen voor uw plezier' was nog een stapje verder.

In 1954 werd kennis van en belangstelling voor wetenschap en techniek als modern gezien, blijkens de vragen 3, 4, 10 en 11. De ontwikkeling van de ruimtevaart is sneller gegaan dan men dacht. Vijftien jaar na het testje zette de eerste mens voet op de maan en het duurde dus niet vijfentwintig of dertig jaar.

Drie vragen (1, 6, 14) zijn gewijd aan kunst en cultuur: jazz, de moderne bouwstijl en 'een onbegrijpelijk modern schilderij'. Dat laatste vond ik het grappigst. Uit de puntentelling blijkt dat modern zijn iets nastrevenswaardigs was. Maar uit vraag 14 blijkt dat de moderne schilderkunst toch vooral geassocieerd wordt met onbegrijpelijkheid. Goed, het is modern, dus we zullen het mooi moeten vinden, maar we snappen er niets van. Die onbegrijpelijke schilderijen hingen blijkbaar in nog maar weinig musea. Je moest je als modern mens behelpen met reproducties.

Sentimentaliteit (vraag 7) is uit in 1954. Sterker nog: als modern mens dien je zelfs een afkeer te hebben van mensen die sentimenteel zijn, ja, zelfs van mensen die maar 'een tikkeltje sentimenteel'  zijn en nog sterker: zelfs van mensen die niet constant een tikkeltje sentimenteel zijn, maar slechts 'zo af en toe'. Misschien wordt in 1954 'sentimenteel'  niet geassocieerd met 'overdreven gevoelig', maar met een hang naar het verleden, waar ook vraag 8 naar verwijst.

Haast hebben is modern (vraag 12), net als multitasken (vraag 13). Of duidt die laatste vraag vooral op de opkomst van de radio met zijn moderne (jazz-)muziek? In 1954 speelt tv blijkbaar nog geen prominente rol. De eerste tv-uitzending was in 1951, maar er waren toen nog maar vijfhonderd tv-toestellen.

De puntentelling vonden we op bladzijde 65 van deze Margriet:

Antwoorden van pag. 19
Een bevestigend antwoord op de vragen 2, 3, 4, 6, 7, 11, 12, 13 en 14 en een ontkennend antwoord op de vragen 1, 5, 8, 9, 10 en 15 leveren u telkens één punt op.
15 punten: U bent een door en door modern mens. Al wordt U honderd jaar: ouderwets zal men U nooit noemen als U zich zo goed blijft aanpassen aan alle veranderingen!
10-15 punten: Ook u hoort thuis in onze jaren. Als uw puntenaantal dichter bij de tien dan bij de vijftien ligt, bent U wel niet met alles, wat modern genoemd wordt, ingenomen, maar U hebt ook oog voor dat, wat goed is in onze tijd.
6-10 punten: Volgens de hypermodernen bent U "geen hopeloos geval". Volgens ons verstaat U de kunst de moeilijkheden, die onze tijd met zich meebrengt, uit de weg te gaan.
3-6 punten: Een beetje meer aanpassingsvermogen en wat minder zwaartillendheid zijn wel gewenst. Zo moeilijk is het leven niet - ook nu niet!
0-3 punten: U wilt ons toch niet wijsmaken, dat U vraag acht bevestigend beantwoord hebt? Kom, kom - houd Uzelf niet voor de gek! U zoudt U altijd ongelukkig gevoeld hebben, in welke tijd U ook leefde.
 Modern zijn is wel de norm. Heb je alle vijftien punten, dan kun je bij Margriet op gejuich rekenen en mensen die niet modern zijn, zijn per definitie ongelukkig, blijkt uit de beschrijving bij 0 tot 3 punten. Ook bij 3 tot 6 punten wordt gerept van 'zwaartillendheid'. Moderne mensen zijn blijkbaar vrolijk, optimistisch.

Bij 6 tot 10 punten is er begrip voor mensen die zich niet op alle punten modern tonen: ze zien de moeilijkheden die de moderne tijd met zich meebrengt en gaan die uit de weg.

Natuurlijk is dit maar een simpel testje en het zal wel niet deugen. Wel maakt het duidelijk wat men in 1954 onder modern verstond. De oorlog was nog geen tien jaar voorbij, koffie was pas sinds 1952 niet meer op de bon. Het land werd opgebouwd, de mensen wilden de ellende achter zich laten. Vooruit! Het lijkt me een optimistische tijd: wetenschap en techniek ontwikkelen zich en blijkbaar komt er in bredere lagen van de bevolking belangstelling voor. Aan het luisteren naar de jazz moeten we nog een beetje wennen, en moderne schilderijen vinden we nog onbegrijpelijk, maar we snappen dat ze bij de vooruitgang horen en dat we ze dus behoren te waarderen.

De oude gebruiken (zondagse kleren, roos als corsage, kleedjes op kastjes) laten we achter ons. De nieuwe tijd vraagt om nieuwe vormen en om een hoger tempo: we hebben haast, 'ook als dat niet nodig is.' Wat is het dan toch mooi dat wij nu de tijd hebben om rustig in een oude Margriet  te bladeren of om dit stukje te lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten