donderdag 22 maart 2018

Hertenblues (Job Degenaar)


Niet iedere schrijver verstaat de kunst van het verzinnen van titels. Het werk van Thomas Verbogt bijvoorbeeld is mij sympathiek en sommige boeken vind ik ronduit goed, maar ik vergeet altijd zijn titels.

Titels verzinnen kan Job Degenaar wel. Hertenblues heet zijn nieuwe poëziebundel en dat is een heerlijke titel. We horen bij het lezen ervan meteen het weemoedige geburl van de herten. Het is ook duidelijk welke sfeer er in veel van de gedichten zal hangen. Verder is de bundel trouwens ook mooi uitgevoerd: gebonden, hardcover, leeslint, hier en daar een illustratie.

In verschillende gedichten is er een tegenstelling tussen de beschermde wereld binnenshuis en de wereld daarbuiten of, nog groter, tussen de intimiteit met de geliefde met wie je een 'klein verbond' hebt het grote heelal, met daarin 'de Afwezige'.
(...) als een herinnering staan we voor het raam 
buiten de onberekenbare wereld, houden
de adem vast, steunend op elkaar
en op de knoppen van gele krokussen
Degenaar kan zo'n beetje van alles poëzie maken, wat aan de ene kant een kwaliteit is, maar aan de andere kant komen sommige gedichten niet zoveel verder dan een mooie verwoording van wat er waar te nemen valt. Best aangenaam om te lezen, maar het is me te vrijblijvend.

In sommige gedichten is de dichter me bovendien te expliciet. Daar had hij de taal wel wat meer het werk mogen laten doen. En soms zijn de beelden te weinig verrassend. Ik hoef niet te lezen over 'zachte lippen' of 'meiskes, kortgerokt, met hooggehakte / lakschoenen', die ook nog 'smalle vingertoppen' hebben. Daar zit weinig spankracht in.

De korte afdeling 'Verzen voor bejaarden' had misschien ook achterwege moeten blijven: de gedachten in de gedichten zijn te voorspelbaar. Je kunt al vooraf bedenken dat mensen in die levensfase misschien het idee hebben dat ze er minder bij horen of dat ze wel van allerlei dingen genieten, maar tegelijkertijd beseffen dat hun tijd opraakt.

Misschien is Degenaar een te gretig dichter en zou hij zichzelf meer tijd en meer rust moeten geven, zodat hij meer zijn onderwerpen kan doordenken en de gedichten scherper kan selecteren.

Er zijn gelukkig ook gedichten die het gemiddelde niveau ruim overstijgen. In een gedicht over een bezoek aan Auschwitz wordt de nadruk gelegd op wat de bezoekers letterlijk meenemen. Zoiets had ik nog niet eerder gelezen. Bij zo'n gedicht wil je wel even rechtop gaan zitten.
Overal Oświęcim 
Op een dag verliet ik Polen
en zag in de dansende lentezon
dat mijn linkerschoen nog modder
meedroeg, vers uit Auschwitz-Birkenau 
Een Canadees, op sokken in de rij
voor de security-check, hoestte iets op
wat hij die morgen had ingeademd
nabij een verbrandingsoven 
Van de stoffige kampstraten werd een Rus allergisch
en bij de poort bereikten grijze deeltjes het sluikhaar
van het Japanse meisje dat met v-teken lachend zich
vereeuwigde onder de sierlijke opsteker 'Arbeit macht frei' 
Het zweeft in de motoren van de airbus, dwarrelt
door vensters, landt op richels van ons geweten:
as in aarde opgegaan, die zich uitwaaiert
over de wereld en diep, diep in ons nestelt
Een dichter heeft recht om beoordeeld te worden op het beste wat hij schreef. In deze bundel is dat naar mijn mening dit gedicht: een prikkelende gedachte die je bijblijft als je het gedicht en zelfs de bundel al uit hebt.

Job Degenaar, Hertenblues. Uitg. Liverse, Dordrecht 2017; 94 blz. € 19,50. Bordeauxreeks nr. 45. Voor meer informatie: zie de site van de uitgever of van de auteur.

Eerdere bijdragen op Bunt Blogt over Job Degenaar:
Thorleif
Het fonkelt in 't Dok
Het orakel van Parijs

Geen opmerkingen:

Een reactie posten