dinsdag 30 oktober 2012

Bernlef overleden (1937 - 2012)

Na een avond schaken kom ik thuis. Er staat  nog een restje wijn in de weekendfles, er is nog gorgonzola. Met het lekkers naast mijn toetsenbord, check ik mijn mail, scroll ik even langs de facebookdingetjes. Bernlef overleden. Ach, Bernlef. 2012 is een druk sterfjaar in de literatuur.

Veel gelezen van de beste man. Ik vraag me af wat het eerste geweest zal zijn. Ik gok op De maker (1972) een roman van Han van Meegeren. Geboeid gelezen, herinner ik me. Het gedicht 'Bermtoerisme' ben ik ook al vroeg tegengekomen. Het is me bijgebleven omdat  het op verschillende plaatsen opdook. Voor de rest heb ik nauwelijks herinneringen aan de poëzie van Bernlef. Geen groot dichter, lijkt me.

Sneeuw en Meeuwen heb ik ook vrij snel gelezen, maar niet in het jaar dat ze verschenen. Het waren Salamandertjes. Echt Bernlefboeken, het ene over iemand die een stuk herinnering kwijt is na een auto-ongeluk, het andere over iemand met keelkanker (of een aandoening die daar in de buurt komt). Sobere boeken, helder geschreven. Niet indrukwekkend misschien, maar degelijk, gewoon goed. Met plezier gelezen.

Toen ik al een paar jaar op het internaat zat, kwam er een nieuwe jongen op onze etage. Hij had het boek Ga jij de klas maar uit! van Bernlef, een overzicht van de naoorlogse literatuur. Ik heb er indertijd veel in gebladerd en gelezen en nog weer later kocht ik het zelf.

In 1984 verscheen Bernlefs bekendste boek, Hersenschimmen. In die tijd fietste ik elke zaterdagmorgen naar het dorpje Zetten, waar de dichtstbijzijnde boekhandel was, die ik altijd De Boshut noemde. Strikt genomen heette niet de boekhandel zo, maar het huis dat zich daarboven bevond. Op zaterdagen haalde ik in de boekhandel een stapeltje boeken voor de komende week (ik kreeg tien procent korting, als zeer vaste klant) en de NRC en de Volkskrant van vrijdag, die voor me apart gehouden werden. Zo had ik in het weekend de boekenbijlagen.

Ik herinner me dat ik Hersenschimmen zag liggen. Ach ja, de vorige boeken van Bernlef (bijvoorbeeld Onder ijsbergen) had ik niet gekocht en ik besloot dit boek dan maar wel mee te nemen. Ik vond het een prachtige roman en was benieuwd wat de boekbesprekerds erover zouden schrijven. Niets. Het heeft werkelijk verschillende weken geduurd voordat de eerste recensie kwam. Bernlef was op dat moment blijkbaar niet de schrijver van wie de nieuwe roman gloeiend nieuws was.

Toen de recensies er eenmaal waren, werd het boek ook al snel een hit en Bernlef werd een bekende schrijver. Zijn volgende roman, Publiek geheim, drie jaar later, kreeg de AKO-prijs, die in mijn herinnering toen de enige grote prijs was. Ik had het boek niet gelezen. Een paar jaar later las ik het wel. Goed boek. Het jaar ervoor had ik ook de dichtbundel Wolftoon gekocht. De gedichten staan me niet meer bij, al heb ik ze ongetwijfeld allemaal gelezen.

In 1989 verscheen een dunne roman, Vallende ster. Het is het beste boek dat ik ooit van Bernlef heb gelezen. Bijna zeker weet ik dat ik het dat jaar ook op het programma heb gezet bij de cursus 'Hedendaagse literatuur', die ik toen gaf aan de Volksuniversiteit van Wageningen.

Het verhaal is simpel, maar zit prachtig in elkaar: een oude acteur ligt op sterven, terwijl hij zich flarden tekst herinnert (Beckett), denkt hij terug aan zijn broer, die al dood is. Langzaam kom je erachter wat er tussen de beide broers is voorgevallen.  Als Bernlef niets anders dan dit ene boekje had geschreven, was hij (voor mij, tenminste) al een geslaagd schrijver geweest, maar Bernlef schreef meer.

Bijvoorbeeld de verhalenbundel Doorgaande reizigers (1990). Ik heb het gerecenseerd, al weet ik niet meer voor welk blad. Het Vlaamse blaadje 't Kofschip? Het zou zomaar kunnen. Niet voor Dietsche Warande & Belfort voor zover ik weet en voor Kreatief besprak ik voornamelijk poëzie.

Bernlef kon goed korte verhalen schrijven. Ik herinner me (uit Doorgaande reizigers, vermoed ik) het openingsverhaal, waarin een oudere man een meisje bij de bushalte oppikt en een soort paard van Troje binnenhaalt.

Er zijn weinig schrijvers die zo productief zijn als Bernlef was. Enkele boeken las ik meteen na verschijnen. Bijvoorbeeld Eclips (1993), Cellojaren (verhalenbundel uit 1995), Buiten is het maandag (2003) en het boekenweekgeschenk De pianoman (2008). Andere romans las ik toen ze al een tijdje op de markt waren. Bijvoorbeeld De witte stad (1992) en De onzichtbare jongen (2005). Dat laatste boek las ik zelfs pas dit jaar, omdat een leerling het op zijn lijst had gezet. Ik schreef er hier over. Cellojaren recenseerde ik. Was dat al voor Nederlands Dagblad. Ik vermoed het, maar weet het niet zeker.

Eclips en Buiten is het maandag vond ik weer bijzonder geslaagde boeken. Het laatste boek besprak ik op de leeskring die ik toen leidde. Enkele romans van Bernlef heb ik nooit gelezen: Onder ijsbergen (1997),  Boy (2000) en Op slot (2007). Je kunt niet alles lezen. Een reden om juist die boeken niet te lezen, had ik niet. Ik kan me voorstellen dat ze gewoon nog een keer meegaan op vakantie.

Een van de laatste dingen die ik van Bernlef las was CC (2011) een correspondentie tussen Bernlef, Campert en Theo Loevendie. Dat had ik beter niet kunnen doen. Die hele correspondentie stelt geen zak voor. Geen idee waarom er ooit een boek van gekomen is.

Bernlef was vaak bezig met het waarnemen, maar dat deden meer Barbarberjongens. K. Schippers bijvoorbeeld ook. En verder gaan Bernlefs boeken vaak over herinneren, de werking van de hersenen of het falen ervan. Je vindt dat terug in Hersenschimmen, maar ook in Sneeuw, Vallende ster en Eclips.

Bernlef had iets met Zweden, herinner ik me. Vertaalde hij geen boeken uit het Zweeds. In zijn jonge jaren woonde hij er een tijdje, dacht ik.

Er zijn gemakkelijk vijf boeken van Bernlef te noemen van hoog niveau en dat is veel. Hij heeft ongetwijfeld ook boeken geschreven die het 'wel goed' niet ontstijgen, maar het valt me op dat ik van veel van zijn boeken nog weet waarover ze gaan. Op dit moment van de nacht (halftwee) heb ik namelijk geen zin om naar boven te gaan en in mijn boekenkast te rommelen, maar eigenlijk is dat ook niet nodig. Veel staat me nog bij.

Bernlef schreef goede verhalenbundels, enkele prachtige romans en veel goede; hij schreef gedichtenbundels en essays. Ik herinner me dat ik wel eens iets moois van hem over jazz gelezen heb, maar een bundel essays las ik nooit. Een breed oeuvre van vrij hoog niveau, met enkele toppen die boven de rest uit steken. Hoed af.

Er zullen misschien niet zoveel mensen zijn van wie Bernlef de lievelingsschrijver is. Maar Bernlef bevond zich wel een leven lang in de eredivisie van de literatuur. Heb je pet nou nog niet af? En ga nu eindelijk Vallende ster eens lezen!


Je kunt ook kijken naar Benali boekt over Hersenschimmen. Hierboven de trailer.





1 opmerking:

  1. In de Volkskrant lees ik de Bernlef indertijd de P.C. Hooftprijs voor zijn poëzie heeft gekregen. Dan doe ik waarschijnlijk onterecht wat schouderophalend over zijn gedichten. Ik herinner me nog wel dat de bundel De noodzakelijke engel lovende kritieken leest. Niet gelezen. Nou ja, de kritieken wel, de bundel niet.

    BeantwoordenVerwijderen