zondag 4 januari 2015

Niemand in de stad (Philip Huff)


Bij het werk van Philip Huff heb ik een achterstand opgelopen. Zijn debuut  uit 2009 las ik pas in 2012 en dat alleen maar omdat het moest: een leerling had het op de lijst gezet. Dagen van gras is een aardig boek, maar ook niet zo heel veel meer. Huffs tweede boek, Niemand in de stad, uit 2012 lees ik nu pas en intussen is er ook al een derde titel (Het is goed om hier te zijn) en een vierde (Boek van de doden).

Niemand in de stad lag als goedkope uitgave (€ 12,50, geloof ik) in de boekhandel. Op de voorkant een afbeelding van de auteur (vermoed ik), maar dan ondersteboven. Dat trekt de aandacht, maar verder heeft het geen functie, vermoed ik. Of moeten we in de hoofdpersoon Huff herkennen (maar dan anders)? Wolkers en Mulisch lieten ook wel eens een foto van zichzelf op een boekomslag zien, maar vooral op de achterkant, geloof ik.

De roman speelt zich geheel af in de studentenwereld; de hoofdpersonen zijn lid van het corps. Wat ze studeren wordt wel genoemd, maar dat speelt geen rol: het boek richt zich uitsluitend op wat er naast de studie gebeurt, enkele cursusjaren lang.

Hoofdpersoon is Philip Hofman, die in het Weeshuis woont, aan de Prinsengracht. Al in de proloog krijg je te lezen dat er iets is met Jacob en dat de relatie tussen Philip en zijn vriendinnetje over is. Als je het boek uit hebt en je leest de proloog opnieuw, dan is die vrij duidelijk. Maar tijdens het lezen bleef er in mijn achterhoofd vooral hangen dat er 'iets' met Jacob was. Het duurt vervolgens vrij lang voordat Philip enkele aanwijzingen krijgt dat hij zijn beeld van Jacob misschien moet bijstellen.

Natuurlijk is er drank, natuurlijk zijn er meisjes. Philip heeft al een tijdje wat met Elisabeth, maar hij raakt ook meer en meer gecharmeerd van Karen. Huff laat die relatie zich rustig ontwikkelen en verderop in het boek loopt ineens de spanning op.

Dat gebeurt bij de meeste verhaallijnen in het boek, zodat tegen het einde Philip verknoopt is in allerlei ontwikkelingen. Hij zal nu toch echt wat met zijn leven moeten.

Het studentenleven is aan de ene kant een leven van kameraadschap, al kun je niet altijd op die kameraden rekenen. Aan de andere kant is het uitstel van het werkelijke leven, waarin verantwoordelijkheden genomen moeten worden.

Bij een lustrumreceptie zegt iemand die terugkijkt op zijn studententijd:
Vroeger (...) spraken we in 't jaar over heel veel dingen niet. Wel over wat je wilde doen als werk, over wat je ging doen met je geld, over wat je wilde met je leven. Maar over de werkelijke dingen, daar spraken we gewoon niet over. Nu, nu doen we dat wel.
Dat is wat Philip ook ervaren heeft. Veel belangrijke dingen, bijvoorbeeld tussen hem en Jacob, zijn ongezegd gebleven. Een paar keer heeft hij de kans gehad om erover te beginnen, maar hij heeft die kans steeds voorbij laten gaan.

Door het hele boek heen duiken relaties op tussen vaders en zonen. Meestal zijn die niet zo goed. In Dagen van gras is er ook al sprake van een afwezige vader. Philip heeft met zijn vader gebroken, de relatie tussen Jacob en zijn vader is niet denderend en Philips maatje Matt kan nog vlak voor het sterven van diens vader bij hem op bezoek gaan.

De relatie met de vader/zoon lijkt me een thema waar Huff nog niet mee klaar is. We zullen het nog wel eens terug zien komen. Het onder ogen zien van wat je van je leven hebt gemaakt en nog moet gaan maken, komt ook terug in zijn laatste roman, heb ik begrepen, maar dat boek moet ik dus nog gaan lezen.

Huff weet een verhaal helder te houden, ook als iemands drijfveren dat niet altijd zijn. Daardoor leest zijn werk prettig en gemakkelijk. De dialogen zijn goed, de typeringen zijn in orde. Zijn werk doet 'licht' aan, terwijl de thematiek dat niet is. Dat is een mooie combinatie.

De titel kwam ik één keer letterlijk in het boek tegen. Philip heeft een baantje bij het casino. Hij vindt dat er meer gedaan moet worden om gokverslaafden tegen zichzelf te beschermen. Maar het casino moet natuurlijk ook geld verdienen. Iemand die boven hem geplaatst is, zegt: 'Nee, heus, er is niemand in de stad die zich meer om deze mensen bekommert dan wij.'

We weten dat het maar woorden zijn. Maar hoe is het met Philip zelf? Hij bekommert zich om de spelers, maar hoe gaat hij om met de mensen in zijn omgeving? Met Jacob? Met Karen en Elisabeth? Ongetwijfeld heeft hij zich om hen bekommerd, maar hebben ze er ook iets aan gehad?

De titel zou ook kunnen verwijzen naar de mensen die Philip overhoudt. Met wie heeft hij nog echt contact? Is er nog wel iemand in de stad die werkelijk een vriend voor hem is of voor wie hij werkelijk een vriend is? Of heeft hij alleen zichzelf?

Niemand in de stad roept genoeg vragen op om nog even met je mee te reizen als je het uit hebt. Ik moet maar niet te lang wachten met het lezen van Boek van de doden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten