donderdag 16 april 2015

Harry Oonk nieuwe stadsdichter van Ede



Ede heeft een nieuwe stadsdichter: Harry Oonk. Drie jaar geleden deed hij ook mee met de verkiezingen en reikte tot de finale (zie hier), maar toen werd hij verslagen door Arjan Keene. Nu is het hem wel gelukt om het stadsdichterschap te bemachtigen.

Arjan Keene
Gisteren, woensdag 15 april, was de verkiezingsavond. Steeds streden twee dichters tegen elkaar en het publiek stemde wie van de twee het beste was. De juryleden hadden elk een stem die half zo zwaar telde als van het publiek, maar die mochten ze maar één keer inzetten. In de finale besliste de jury. Jolinda van Alfen, in haar nieuwe jurk, praatte de avond aan elkaar, op een vrij natuurlijke manier.

Voor de wedstrijd begon, las de 'oude' stadsdichter, Arjan Keene, zijn laatste gedicht in functie voor. Hij heeft er een mooie periode op zitten. In drie jaar tijd maakte hij ongeveer vijftig gedichten als stadsdichter. Op veel tijden en plaatsen was hij aanwezig en deed van zich spreken. Hij heeft de lat voor de volgende stadsdichter hoog gelegd.

Arno Setz en Jolinda van Alfen
Drie jaar geleden waren er maar liefst zestien gegadigden voor het stadsdichterschap, van wie er acht aan de verkiezingsavond meededen. Nu waren er slechts vier sollicitanten, die alle vier werden toegelaten tot the battle of the poets.

De tweekampen begonnen met gedichten over de opgegeven onderwerpen: de Veluwe, Food (Ede maakt deel uit van FoodValley), en het centrum van Ede. In de eerste ronde (Veluwe) viel Arno Setz op, met een lang gedicht. Setz is een dichter die het van de associaties moet hebben. Die zijn vaak verrassend, maar soms ook zet hij zijn zinnen zwaar aan en gaan ze een beetje ronken. Zijn voordracht is prima. Peter Vermaat schreef een gedicht over de wolf op de Veluwe en eindigde met een imitatie van wolvengehuil.

Jolinda van Alfen en Erik Hemelt
De tweede ronde haalde het beste uit de dichters naar boven. Erik Hemelt ging in op de diversiteit in Ede, Arno Setz hekelde het Engelse woord 'food' (waarbij hij Engelsen voor anglicanen aanzag, maar dat is echt iets anders), Peter Vermaat had een speels gedicht dat eindigde met een fraaie woordspeling (de uitnodiging om de burgemeester een voedselketen om te hangen) en Harry Oonk las een gedicht voor, dat misschien niet helemaal evenwichtig was maar dat uiteindelijk uitliep op een mooie en smakelijke beschrijving van het dichten.

De derde ronde, over het centrum van Ede, was niet veel soeps. Alle dichters bleven onder het niveau van de rondes daarvoor. Misschien is het onderwerp intussen te veel uitgekauwd. Hopelijk komt de organisatie de volgende keer met een beter onderwerp op de proppen.

Toen waren de voorrondes achter de rug. Erik Hemelt had, volgens mij tenminste, de minst goede gedichten: hij bediende zich van steeds hetzelfde rijmschema (gepaard rijm), hij rommelde van tijd tot tijd opzichtig met het metrum en verraste me het minst. Wel klonk in al zijn gedichten de betrokkenheid bij het onderwerp door.
Arno Setz, Peter Vermaat, Harry Oonk

Peter Vermaat is technisch waarschijnlijk het best van de vier, maar hij is veel minder een podiumman dan bijvoorbeeld Arno Setz en Harry Oonk en in de derde ronde was zijn gedicht ook gewoon niet zo goed.

Arno Setz en Harry Oonk gingen door naar de finale. Als performers waren zij de beste. Harry is directer en transparanter en houdt ervan humor in zijn gedichten te verwerken. Soms vind ik zijn oplossingen net te gemakkelijk. Zie voor een uitgebreider oordeel de recensie van Gediggies. Maar leuk is Harry vaak wel en aan zijn gedicht over voedsel heb ik met overtuiging mijn stem gegeven .

Keetje en Co
Arno Setz had wat onnauwkeurigheden in zijn 'olifantengedicht' en zijn andere gedichten waaieren soms wel heel erg uit. Maar hij is wel gedreven en hij heeft een duidelijke visie, wat ook wel eens prettig is. Bovendien heeft hij ideeën over wat je met het stadsdichterschap allemaal kunt doen. Hij schudde bij een praatje op het podium zo wat mogelijke projecten uit zijn mouw.

Tussen de voorronden en de finale door zong Keetje en Co. Nederlandstalig werk, goede teksten, aangename muziek.

In de finale lazen de dichters vrij werk voor, waarna de jury zich beraadde. Keetje en Co moest nog wat extra nummers spelen, wat betekent dat er in de jury nog heel wat gediscussieerd is.

Jolinda van Alfen, Harry Oonk, Arno Setz
Die jury bestond uit Gerry Poelert, Johan Weijland, Arjan Keene en Jan van Es. De wethouder van cultuur, Johan Weijland, maakte bekend dat Harry Oonk gewonnen had en dus de nieuwe stadsdichter was. Daarna las Harry nog een ontroerend gedicht voor: 'Zwarte roos'.

De manier waarop wethouder Weijland bekendmaakte wie de winnaar was, was ronduit schandalig. Hij zei dat hij de dichters had gehoord en dacht dat hij dat zelf ook wel kon, zo'n gedicht maken. Daarna las hij een heel beroerd rijmpje voor, waar metrisch geen hout van klopte. Het getuigde van bijzonder weinig respect voor dichters en publiek. De wethouder had blijkbaar niet in de gaten dat het niet om hem ging, maar om de dichters. Iemand die een ei bakt en aan laat branden is nog geen sterrenkok, iemand die op een fiets met zijwieltjes kan rijden, is nog geen wielrenner en iemand die een knullig rijmpje in elkaar draait is zeker nog geen dichter.

Arno Setz, Harry Oonk, Wethouder Hekking
Iemand met zo weinig respect voor mensen die professioneel bezig zijn met cultuur zou geen wethouder van cultuur moeten zijn. De wethouder liet zich bovendien ontvallen dat hij blij was dat Ede maar één stadsdichter heeft: twee zou te duur worden. Als ik het goed heb, besteedt de gemeente 750 euro per jaar aan het stadsdichterschap. Dat is weinig, maar Weijland vindt het blijkbaar heel wat. Zijn standpunt over de kunsten is duidelijk: het mag niets kosten en iedereen kan het. Veel slechter kun je het niet treffen. Het zou voor alle partijen fijn zijn als Weijland binnenkort tegen een andere leuke baan aan loopt.


1 opmerking: