zaterdag 4 maart 2017

Ach, vader lief, toe drink niet meer (Knipoog 60)


In NRC van zaterdag 4 februari 2017 staat een paginagroot artikel van Elsje Jorritsma over het drankmisbruik door ouderen: 'Elke dag een dubbele tong'. Gepensioneerden blijken behoorlijk wat te drinken: 'In het weekend een wijntje wordt na het pensioen elke avond. Voor je het weet zit je aan een fles per dag.'

De ouderen lijken er zelf niet zoveel problemen mee te hebben: 'Volgens de richtlijn zijn we allemaal alcoholist,' roepen ze vrolijk bij het heffen van het glas. Voor de kinderen is het gênant: er zijn er die na zes uur 's avonds hun ouders niet meer bellen, omdat ze dan niet meer aanspreekbaar zijn.

Voor op de bijlage, Lux, wordt het artikel aangekondigd met de titel 'Ach ouderslief, toe drink niet meer.'

Eerst over dat 'ouderslief'. We schrijven nu gemakkelijk 'moedertjelief' of 'broerlief'. Blijkbaar is het bijvoeglijk naamwoord aan het zelfstandig naamwoord vastgegroeid. Ik heb de twee woorden in de titel hierboven toch maar los van elkaar laten staan.

Een bijvoeglijk naamwoord na, in plaats van voor het zelfstandig naamwoord plaatsen, kwam vroeger nogal eens voor: We zingen niet: 'Daar was laatst een loos (= slim) meisje', maar: 'Daar was laatst een meisje loos.'

Vier jaar geleden schreef ik over Een oudt liedeken van Victor de la Montagne, dat ooit door de Zangeres zonder Naam op de plaat werd gezet. Het begint met:

Tsagh eens een cnape stervensgeern
een valsche vreede boose deern.
De knaap die graag wil sterven is hier niet de stervenswillige jongen, maar 'een cnape stervensgeern'. We kennen de constructie ook uit een bekend gedicht van Martinus Nijhoff, Het steenen kindje: 'o zoontje in me, o woord ongeschreven.' En natuurlijk uit het lied van het knaapje dat een roosje zag staan: 'Roosje, roosje, roosje rood (hier).

Om te constructie duidelijk te maken schreef ik daarom 'vader lief'. Want die lieve vader had ik wel nodig. 'Ach ouderslief, toe drink niet meer' knipoogt immers opzichtig naar 'Ach, vader lief, toe drink niet meer', een lied dat we kennen van de Zangeres zonder Naam. In 1959 kwam het de hitlijsten binnen en daarmee werd het de eerste hit van de Zangeres.


 In het lied is vader een dronkelap, wie door een kind gesmeekt wordt om de drank te laten staan. Vader stoot het kind van zich af, waardoor het een hoofdwond oploopt. Vader neemt zich meteen voor om niet meer te drinken. Tja.

Jorritsma is niet de eerste die naar het bekende lied knipoogt. Ik vond nog: 'Ach zwager lief, toe loop niet meer (hier); 'Ach, Jantjelief, toe drink niet meer' (hier); 'Ach, vaderlief, toe schaak niet meer' (hier); 'Ach, vaderlief, toe fiets niet meer' (hier).

Het is duidelijk: je kunt bij deze regel zowel variëren op de aangesprokene als op het werkwoord. In alle gevallen blijft het metrum gehandhaafd: je moet de lieven aan kunnen spreken in twee lettergrepen en het werkwoord telt er eentje. Een variant als 'Ach, grootmoederlief, toe patience niet meer' is wel mogelijk, maar ik ben die nog niet tegengekomen.

Zonder 'lief' is er meer mogelijk: 'Ach Hans, toe schrijf niet meer' (hier). En soms wordt het 'lief' zomaar weggelaten: 'Ach vader, lieg niet meer.' (hier).

In ieder geval is het lied van de Zangeres nog zo bekend, dat we er nog gemakkelijk op kunnen variëren. Dat zal dan van tijd tot tijd ook wel blijven gebeuren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten